Pagina's

donderdag 27 januari 2011

Het diner van Herman Koch

Twee koppels gaan een avondje uit eten. Ze hebben het over van alles en nog wat, maar vermijden het echte doel van de bijeenkomst: praten over hun tienerzonen die wat uitgespookt hebben dat hun toekomst in gevaar kan brengen. Alles wordt bekeken vanuit het op het eerste gezicht integere standpunt van Paul, een ex-leraar, die zijn ergernis over het hele restaurantgebeuren en de arrogante houding van zijn broer Serge, kandidaat minister-president van Nederland, nauwelijks kan verbergen. Naarmate de maaltijd vordert en de puzzel rond het misdrijf van de zonen opgelost raakt, is de lezer allang niet meer zo zeker wie het voor het rechte eind heeft. Vooral Claire, de vrouw van Paul, komt verrassend assertief uit de hoek. De laatste pagina’s verleggen de focus nog eens naar de rol van Paul, die op zijn zachtst gezegd vreemd reageert op de finale ontwikkelingen. En dat zorgt voor een einde dat je niet meteen lekker zit. 
Gelukkig staat dat nooit het leesplezier in de weg. Ik heb vooral genoten van de vlotte pen van de auteur, het sarcasme waarmee hij zowel het culinaire als het politieke wereldje hekelt, de herkenbaarheid van de setting. Dat hij op het einde een moreel dilemma niet oplost, neem ik er graag bij: wie vandaag met zijn beide benen in de wereld staat, weet dat goed en kwaad soms verwarrend goed op elkaar lijken.
★★★★☆

donderdag 20 januari 2011

Mijn broer, de enige zoon van Stéphane Audeguy

Jean-Jacques Rousseau had een broer. Vanuit dit weinig bekende biografische weetje bouwt Stéphane Audeguy zijn roman op.
Aan het woord is François Rousseau, de zeven jaar oudere broer van Jean-Jacques. Al heel snel verlaat hij het ouderlijke huis en laat niets meer van zich horen. Voor de familie Rousseau is hij zo goed als dood. En in de Bekentenissen van Jean-Jacques wordt hij slechts een paar keer genoemd. Dat steekt hem, en als de jonge republiek in 1794 zijn filosoof eert door hem bij te zetten in het Panthéon tussen Descartes en Voltaire, besluit François, ondertussen 89 jaar oud, zijn eigen levensverhaal op te schrijven, als een soort correctie op die ‘pompeuze’ bekentenissen van zijn beroemde broer. En dat geeft vuurwerk. Want François Rousseau is een avonturier en losbol, een libertijnse vrijdenker en een rebel. In zijn leven heeft hij heel wat watertjes doorzwommen. Hij wordt gearresteerd wegens ’ernstige vergrijpen tegen de goede zeden’ en opgesloten in de Bastille. Hij ontmoet er o.a. de markies De Sade en maakt de bestorming van de Bastille op 14 juli 1789 mee van de binnenkant! Hij omarmt de revolutie maar blijft een vrije kritische denker tot het einde.
De roman levert een verfrissend beeld van de 18de eeuw, de Verlichting en de Franse revolutie. Misverstanden worden opgeruimd, inzichten verbreed. Soms zoomt de auteur in op een detail in de marge van de geschiedenis. De 18de eeuw is in de ban van de mechanisering van levenloze objecten. Bekende voorbeelden zijn de mechanische eend van de Vaucanson in 1738, en de mechanische Turk, de voorloper van de schaakautomaat. Dat François Rousseau, die klokkenmaker is van beroep, vanuit zijn libertijnse aard zijn talent ook voor allerlei mechanisch ‘speelgoed’ voor volwassenen leent, draagt bij aan de ‘couleur locale’ van deze roman.



Achteraf bekeken vind ik het jammer dat ik deze roman niet in zijn oorspronkelijke taal gelezen heb. Ik ben een paar keer gestruikeld over zinnen die, met hun vele bijzinnen en toevoegingen, heel on-Nederlands aanvoelden. Of was dat een verwijzing naar de taal van de filosofen? Maar dat is dan ook het enige minpuntje aan deze boeiende roman.
★★★★☆

donderdag 13 januari 2011

Wrede schoonheid van Mieke De Loof

Wrede schoonheid is het derde deel van een (geplande) reeks van zeven rond de psychiater-jezuïetenspion Ignatz Ksaveri en was meteen goed voor de Diamanten Kogel 2010.
In het vooroorlogse Wenen ontmoet Ignatz zijn vroegere professor, de seksuoloog Von Graff. De volgende dag wordt hij vermoord teruggevonden.  Egon Schiele, de beroemde maar gecontesteerde schilder, is de laatste die hem gezien heeft.  De misdaadscène verwijst naar het dikwijls erotisch getinte werk van de kunstenaar. Tegelijkertijd loopt een onderzoek naar de moord op heel jonge meisjes. Ook daar lijkt alles in de richting van Egon Schiele te wijzen. Wie wil Egon Schiele laten opdraaien voor deze moorden? Ksaveri en zijn vriendin Elizabeth zoeken het uit.
Ondertussen ademt alles in de roman de sfeer van Wenen vlak voor de Eerste Wereldoorlog: in de koffiesalons ontmoeten intellectuelen elkaar en ontwijken het onaangename gezelschap van Freud. In hun gesprekken zijn de psycho-analyse, de dreigende oorlog en het spanningsveld tussen erotische kunst en pornografie nooit ver weg. En hoewel het boek geen illustraties bevat spatten de tekeningen van Schiele zo van elk blad af. Dat alleen al maakt deze roman voor mij het lezen waard. Ik sluit mij dan ook graag aan bij de jury: “Het huis der thrillers telt vandaag meer dan ooit vele kamers. Meer en meer wordt ook duidelijk dat de misdaadliteratuur een volwaardige loot is op de stam van de literatuur."
★★★☆☆


donderdag 6 januari 2011

Het huis van de moskee van Kader Abdolah

Het huis van de moskee is het verhaal van de familie  van Aga Djan, die omdat ze al eeuwen lang de imam van het stadje levert, ook veel invloed heeft.  Als de sjah verjaagd wordt en Khomeini en de radicale ayatollahs de macht overnemen, verandert de Iraanse samenleving ingrijpend.  Ook de rechtschapen Aga Djan is het noorden kwijt.
De roman geeft een goede inkijk op de rol van een imam in een moslimstadje en toont hoe vervlochtenheid van religie en politiek het individu onder druk zetten.
Het is Annemie Struyf die mij over de streep getrokken heeft om  Het huis in de moskee te lezen. ‘Door dit boek heb ik de islam leren begrijpen’,  zegt Annemie Struyf. Zo ver zou ik niet gaan, maar in elk geval geeft het een genuanceerd beeld van vele vormen van islambeleving.
★★★☆☆