Pagina's

maandag 21 april 2014

Sergeant in de sneeuw - Mario Rigoni Stern

Vertaald uit het Italiaans door Asker Pelgrom
Uitgegeven bij De Arbeiderspers
123 blz.



Sergeant in de sneeuw is een autobiografisch relaas van wat in de Italiaanse geschiedenis bekendstaat als 'de  aftocht'. Tijdens de Tweede Wereldoorlog had Italië tienduizenden manschappen ingezet in de strijd tegen Rusland. In de winter van 1942-43 begint het fout te lopen en de Italianen zijn gedwongen de aftocht te blazen.  Onder hen Mario Rigoni Stern, die in de meest barre omstandigheden zijn peloton alpenjagers terug thuis probeert te krijgen, duizenden kilometers te voet over de Russische steppe, in temperaturen van veertig graden onder nul. Honger, bevriezing, uitputting en de laatste gevechten met de Russische vijand maken dat velen van hen het thuisland niet meer halen. 

Rigoni schrijft zijn wedervaren op tijdens zijn verblijf in het Duitse(1) krijgsgevangenenkamp in 1944. Net als voor zijn tijdgenoot Primo Levi is schrijven voor hem een manier om te overleven. 
In 1953 wordt het boek voor het eerst gepubliceerd en voor Rigoni is dit het begin van zijn literaire carrière. 




‘Nog altijd heb ik in mijn neus de geur van smeerolie op een gloeiend hete mitrailleur. Nog altijd heb ik in mijn oren en zelfs binnen in mijn brein het geluid van de sneeuw die knarste onder mijn schoenen, het niezen en hoesten van de Russische wachten en het geluid van het droge gras op de oevers van de Don, dat door de wind gegeseld werd. Nog altijd heb ik in mijn ogen de sterren van Cassiopeia, die zich iedere nacht boven mij uitspanden en de steunbalken van het schuilhol die ik iedere dag boven mijn hoofd had. Als ik eraan terugdenk beleef ik weer dezelfde angst als op die januariochtend toen voor het eerst een katjoesja haar tweeënzeventig raketten over ons uitstortte.’ 
Zo begint het eerste deel van Sergeant in de sneeuw, kabbelend en rustig met toch al van bij de eerste zinnen de dreiging van wat komen zal. Je krijgt een beeld van het leven in de loopgraven aan de Don. Verveling, luizen, prikkeldraadversperringen, het niemandsland, het soldatenleven, de schermutselingen met de Russen, die zich even verderop in dezelfde omstandigheden bevinden. Het doet wel wat denken aan beschrijvingen van de loopgravenoorlog van 1914-1918. De nadruk ligt vooral op de onderlinge camaraderie, de verhouding tussen superieuren en gewone soldaten en op het nostalgische verlangen naar het leven thuis in Italië. Tot de hel losbarst en ze de relatieve rust van hun schuilplaats aan de Don moeten achterlaten.  
In deel 2 volgt de beschrijving van de  ijskoude tocht dwars door Rusland, en die is ronduit hallucinant. De bijtende wind, de snijdende kou, de honger, de doodgevroren soldaten langs de weg, het wordt allemaal beschreven zonder veel ophef. Geen sensatie, geen ten top gedreven horror.  Maar de onderkoelde stijl heeft wel het nodige effect. Toch was ik nog het meest onder de indruk van de totale afwezigheid van haatgevoelens in dit boek. Die hele helse weg moeten de terugtrekkende soldaten onderdak zoeken bij de plaatselijke boerenbevolking. Telkens gedragen de militairen zich correct en zonder wreedheid. Je voelt dat er geen krijgshaftige ideologie achter zit. Geen oorlogsretoriek, geen heroïsche ambities. En dat is heus niet alleen omdat ze nu eenmaal aan het afdruipen zijn. Het is slechts de voortzetting van de sfeer die al van bij het begin heerste in de Italiaanse rangen. Een beetje te vergelijken met de sfeer uit de film Mediterraneo(2). En het lijkt wel alsof ook de Russische bevolking eerder medelijden voelt dan wat anders voor deze haveloze bende, die dag na dag in eindeloze rijen door hun dorpen voorbijtrekt.  De scène waarin Rigoni en zijn mannen plots binnenvalt in een dorpshuisje en daar een familie aan tafel aantreft samen met Russische gewapende militairen, is daar een sprekend voorbeeld van. De Italianen worden mee uitgenodigd aan tafel en de avond verloopt bijna vredig. Lichtpuntjes van menselijkheid die onvergetelijk zijn. Daarvoor alleen zou je dit boek moeten lezen. 
★★★★☆


(1) In 1943 begon Italië onderhandelingen met de geallieerden. Mussolini werd afgezet, maar kwam later aan het hoofd van de Republiek van Salo te staan. Italie vocht nu aan beide kanten van de oorlog. Militairen als Mario Rigoni Stern, die niet wilden vechten voor die door de Duitsers gecontroleerde marionettenrepubliek, werden naar Duitsland afgevoerd.

(2) Mediterraneo is een Italiaanse film die in 1991 de Oscar won voor Beste Buitenlandse Film. De film speelt zich af tijdens deTweede Wereldoorlog en gaat over een groep Italiaanse soldaten die stranden op een Grieks eiland en hier na de oorlog worden achtergelaten. Ze vinden elk hun eigen plekje op het eiland en besluiten dat gestrand zijn nog niet eens zo slecht hoeft te zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten