Pagina's

donderdag 26 november 2020

Verdwijnpunt - Arnaldur Indriðason

Als ik in een leesdipje zit, als ik weer eens een bejubeld boek opzij leg, omdat het bij mij toch niet meteen de juiste snaar raakt, dan weet ik dat het tijd is om de lat wat lager te leggen. Ik grijp dan graag naar een goede misdaadroman. Het leesplezier komt vanzelf terug en daarna ben ik weer klaar voor het grotere werk. 

Een goede misdaadroman (en bij uitbreiding misdaadreeks) is er voor mij een die nog blijft nazinderen  nadat de plot verdwenen is. Want toegegeven, die onthoudt geen mens. Dikwijls is de achtergrond een bepalende factor: ik hou van de romans van Donna Leon, omdat ze zich afspelen in Venetië. Ik kan eindeloos genieten van de Morse-afleveringen in het bizarre wereldje van Oxford of van een frivole Montalbano op Sicilië. 

Wat bij mij niet werkt is pure horror,  of plots die uitsluitend draaien rond geld of macht.   Het moet toch altijd over menselijke interactie blijven gaan, of over een sociale context. 

En dan zit je meestal goed bij de Scandinavische thrillers.   

In het spoor van  Sjöwall en Wahlöö, die met hun misdaadromans de mistoestanden in de Zweedse maatschappij wilden aanklagen,  is het lijstje Scandinavische misdaadauteurs schier eindeloos: de Millennium-reeks  van Stieg Larsson, de Wallanderromans van Henning Mankell, ... Maar ook de Noren, Finnen en IJslanders kennen er wat van. Nordic noir doet het extreem goed, zowel in de boekhandel als op tv.

Zelf heb ik mij de laatste weken ondergedompeld in het universum van  de IJslandse inspecteur Erlendur van Arnaldur Indriðason. 

Wie IJsland zegt, denkt aan gletsjers en vulkanen met onuitspreekbare namen en aan donkere, lange winters.  Doe daar Reykjavik bij, bakermat van de IJslandse bankencrisis,  maar evengoed een stad van contrasten waar clochards  en minderbedeelden wonen in krappe souterrains en huizen met golfplaten daken.  De match met de eenzelvige inspecteur Erlendur is compleet: hij kent de stad als zijn broekzak en schuwt het contact met  de onderlaag niet. Maar vooral is hij gefascineerd door 'verdwijningen'. Dat heeft te maken met een traumatische jeugdervaring. 

De reeks rond Erlendur bestaat uit meer dan 10 delen. Ik vermeld hier alleen de laatste   waar  Erlendurs obsessieve drang om cold cases van verdwijningen op te lossen samenvalt met zijn zoektocht naar innerlijke rust, en dat in het kader van zijn jeugd, in het verlaten ouderlijke huis in de bergen. 

Heerlijk donker en toch hartverwarmend mooi. Ik hou er een grote nieuwsgierigheid naar het land aan over. Wie weet, na corona ...

 

 

 


woensdag 5 augustus 2020

De kat en de generaal - Nino Haratischwili

Uitgegeven bij Meridiaan Uitgevers
Vertaald door Elly Schippers en Jantsje Post
680 blz.


De Duits-Georgische schrijfster en theaterregisseuse Nino Haratischwili blijft in de ban van het thema oorlog. Dit keer haalt ze haar inspiratie uit de recente Tsjetsjeense geschiedenis. In een afgelegen bergdorpje wordt een jonge vrouw het slachtoffer van een gruwelijke oorlogsmisdaad. Jaren later wordt een van de betrokkenen ter verantwoording geroepen door zijn dochter. Met desastreuze gevolgen voor hen beiden. Want de vraag 'wie is schuldig' is op papier eenvoudiger dan in de werkelijkheid.  Het achterplat spreekt van "een psychologisch zeer geladen, duistere schuld-en-boeteroman", en dat is een rake typering.
Ik was geboeid door de manier waarop de auteur begrippen als schuld, dader, slachtoffer uit de sfeer van de vooroordelen probeert te halen. Dat zorgde ervoor dat ik bleef doorlezen, hoewel ik soms moeite moest doen om mij door de gruwelen  heen te worstelen. Ik merk dat ik daar steeds minder goed tegen kan.
De kat en de generaal met zijn intrigerende titel is alweer een huzarenstukje geworden van Haratischwili. Het zit ongelooflijk goed in elkaar. Daardoor bleef mijn leeservaring wat afstandelijker dan bij haar vorige roman Het achtste leven (voor Brilka). Misschien waren mijn verwachtingen ook wat te hoog gespannen. En wat zeker ook meespeelde is dat De kat en de generaal echt wel een duister boek is. Anders dan in Het achtste leven (voor Brilka) vind je hier geen tegengewicht voor al dat donkere. Minder humor, minder passie, minder levensvreugde. Maar evengoed 4 sterren waard.
★★★★

dinsdag 4 augustus 2020

De dood van Harriet Monckton - Elizabeth Haynes

Vertaald door Yolande Ligterink
Uitgegeven bij De Fontein
397 blz.


In november 1843 wordt Harriet Monckton dood gevonden in het toilet achter de kapel in Bromley, die ze regelmatig bezocht. Uit de autopsie blijkt dat de jonge vrouw, een lerares,  zwanger was.  En dan komt de geruchtenmolen op gang. Harriet bleek verwikkeld te zijn in relaties met ten minste drie mannen, maar ook haar goede vriendin Frances wordt gezien als verdachte in deze moordzaak. Wie heeft Harriet vermoord en wie is de vader van haar ongeboren kind?
Een whodunnit, dus. Elizabeth Haynes weet er in elk geval de spanning in te houden. Door de gebeurtenissen telkens vanuit een ander personage te belichten vallen de puzzelstukjes beetje bij beetje op hun plaats.  Liefhebbers van het genre komen zeker aan hun trekken.
Maar het meest heb ik gesmuld van de sfeer van deze roman.  Het belang van schone schijn, de absurde regeltjes over hoe  mannen en vrouwen met elkaar mogen omgaan, het  totale taboe op seksualiteit, wat moet het moeilijk geweest zijn jezelf te zijn in deze victoriaanse maatschappij. Vrouwen moesten twee keer zo sterk zijn om zich overeind te houden. En zelfs dat was niet altijd voldoende, zoals het trieste einde van Harriet Monckton bewijst. 
De roman is bovendien gebaseerd op waargebeurde feiten.
Ik vind het een echte aanrader.
★★★★


zaterdag 21 maart 2020

Testament of youth: an autobiographical study of the years 1900–1925 - Vera Brittain


In het Nederlands vertaald als Testament van de jeugd.  
Uitgegeven bij De Bezige Bij.
Vertaald door Otto Biersma, Luud Dorresteyn, Marianne Palm, Hans Kloos.
638 blz. 



Testament of Youth is een van de beroemdste autobiografieën uit de tijd van de Eerste Wereldoorlog. Vera Brittain was 20 toen de oorlog uitbrak in 1914.  Er wachtte haar een mooie studietijd in Oxford. Maar als haar verloofde en broer dienst nemen in het leger, kan ze niet achterblijven en ze gaat aan de slag als vrijwilligster bij het Britse Rode Kruis.  Het noodlot slaat snel toe.  Tegen Kerstmis 1915 is haar verloofde al gesneuveld. In 1918 verliest ze ook haar broer. Zelf doet ze al die oorlogsjaren dienst in ziekenhuizen en veldhospitalen van Londen, over Malta tot Frankrijk. Testament of Youth  werd in 1933 uitgegeven en het was meteen een bestseller. In 1915 werd het boek verfilmd met in de hoofdrollen Alicia Vikander en Kit Harington.
Wat een boek! Er is zoveel stof om over na te denken, het Engels heeft daar een mooi woord voor: 'thought-provoking'. Het is niet alleen een boek over de belevenissen van een jonge verpleegster in oorlogsomstandigheden, hoewel ik me kan voorstellen dat de film  wel daarop zal gefocust hebben. (Voor alle duidelijkheid: ik heb de film niet gezien.) Het is evengoed een boek over de strijd van een jonge vrouw om gehoord te worden in een maatschappij waar mannen het nog steeds voor het zeggen hadden. Het toont een wereld in verandering, met de wereldoorlog als bruuske catalysator. 
Voor de oorlog werd Brittain nog als een beetje abnormaal beschouwd in haar provinciale omgeving. Welke jonge vrouw wilde nu gaan studeren als je toch ook gewoon kon trouwen? Na de oorlog vond zelfs haar vader het normaal dat ze zelfstandig in Londen bleef wonen, ongetrouwd en vrij. 
Een boek over een vrouw die tegen de tijdsgeest in haar eigen weg gaat, dat kan bij mij altijd op sympathie rekenen. Dat is ook de reden waarom ik de minpuntjes van deze autobiografie erbij neem. Vooral in de hoofdstukken na de oorlog wordt er wel heel veel met namen gegoocheld. Soms leest het als de notulen van een vergadering. Saai dus. En dan zijn er nog de vele gedichten waar dit werk bol van staat, haar eigen gedichten, die van broer, lief en vrienden en hun grote voorbeelden. Soms raakten ze me, dikwijls vond ik ze nogal geëxalteerd. Maar toch dus, wat een boek! 
Is het een aanrader? Ja, als je ermee kunt leven dat geen enkele kanjer van begin tot einde even goed is.   
 
★★★1/2

zondag 12 januari 2020

Trans-Atlantisch - Colum McCann

Vertaald door Frans van der Wiel
Uitgegeven bij Rainbow
287 blz.

Trans-Atlantic, boek 1, begint als een documentaire. 
1919: Twee jonge piloten uit WW1 verbouwen hun vliegtuig en maken als eerste de oversteek over de oceaan. 
1845: een zwarte Amerikaanse slaaf zoekt in Ierland steun voor de strijd tegen de afschaffing van de slavernij. 
1998: een Amerikaanse senator steekt de oceaan over over om er de vredesgesprekken  in Noord-Ierland te leiden.  Driemaal een oversteek van de Atlantische oceaan, drie tijdperken, drie interessante historische gebeurtenissen. En door die macro-thema's krijg je ook een inkijk op het persoonlijke leven van de hoofdspelers. Een documentaire roman dus, maar er is toch meer aan de hand. Heel snel in boek 2 kom je erachter dat de (vrouwelijke) hoofdpersonages van de verhalen uit boek 2 zijdelings ook al voorkwamen in boek 1. En nu krijg je door de micro-levens een uitkijk op de  buitenwereld, met telkens weer verrassende settings en nieuwe thema's: oa. de Amerikaanse burgeroorlog, de Troubles in Noord-Ierland.
Ik was al dik tevreden na het eerste deel. De verhalen waren interessant en lieten zich vlot lezen.  En dan komt boek 2 als een aangename verrassing. Ik had me even op het verkeerde (documentaire) been laten zetten. Maar met boek 2 zat ik in een echte roman met sterke hoofdpersonages, en dat perfecte evenwicht tussen micro en macro die voor mij altijd garant staan voor perfect leesplezier. 
Knap hoe in boek 3 tenslotte alles vrij natuurlijk samenkomt.  Toch heeft dit hoofdstuk, het enige in de ik-persoon trouwens, mij het minst aangesproken.  Ik hou het wat vaag, omdat ik zelf ook niet graag met spoilers te maken krijg. 
Ik heb echt genoten van deze roman. Misschien nog het meeste omdat ik eens niet in sneltreinvaart door het boek ben geraasd, een kwalijke leesgewoonte van me waar ik vanaf wil. 
Colum McCann is zelf van Ierse afkomst maar woont al lang in New-York. In 2009 won hij de National Book Award met Let the Great World Spin, een poging om de grote Iers-Amerikaanse roman te schrijven. Met Trans-Atlantic zit hij duidelijk nog steeds op dat spoor. Ik heb het al op mijn leeslijstje gezet.  

★★★★