Uitgegeven bij Arbeiderspers
343 blz.
Jed
Martin, een jonge Franse kunstenaar/fotograaf/schilder, volgt een eigenzinnig
parcours. Hij maakt bijvoorbeeld
kunstfoto’s van Michelin-kaarten (vandaar De
kaart en het gebied) en portretten van ‘elementaire beroepen’, zoals Bill Gates en Steve Jobs bespreken de
toekomst van de informatica. Voor zijn portrettenreeks worden astronomische bedragen neergeteld op de
kunstmarkt, zeker nadat een zekere Michel Houellebecq de inleidende tekst
verzorgd heeft voor de catalogus van een tentoonstelling.
Hiermee
heeft Houellebecq, de échte dan, alvast voldoende materiaal om de
lezer twee delen lang geboeid te houden. Filosofische gedachten over kunst en maatschappij, consumentisme, architectuur,
vriendschap, leven en dood. Dat hij daarbij zichzelf als personage laat
opdraven, draagt bij aan de relativerende, cynische ondertoon van het boek.
Toch blijft Houellebecq verrassend ingehouden en lang niet zo uitgesproken als
in zijn succesroman Elementaire deeltjes. Tot die conclusie ben je als lezer gekomen
als hij dan plots zonder enige overgang in het derde deel weer uit een heel
ander vaatje gaat tappen. We lijken nu wel in een gruwelijke misdaadroman
terecht gekomen. Ook hier smokkelt de
schrijver bijna onopgemerkt interessante topics binnen. De passage waarin hij heel
terloops nog even de banksector typeert is daar echt zo’n staaltje van. De kaart
en het gebied mag dan aanvankelijk wat atypisch geleken te hebben, op het
eind van de rit ben je toch weer helemaal voor de bijl gegaan.
✮✮✮☆☆
Geen opmerkingen:
Een reactie posten