altijdeenboek
een boekenblog die niet anders wil zijn dan een uitlaatklep voor leeservaringen
zondag 1 januari 2023
A Thousand Ships - Natalie Haynes
donderdag 24 november 2022
Violeta - Isabel Allende

Uitgegeven bij Wereldbibliotheek Amsterdam
382 blz.
zaterdag 11 september 2021
Hamnet - Maggie O'Farrell
Uitgegeven bij Van Nijgh & Van Ditmar
Uit het Engels vertaald door Lidwien Biekmann
vrijdag 10 september 2021
Een verloren vriendin - Raffaella Romagnolo
donderdag 9 september 2021
De laatste zomer in de stad - Gianfranco Calligarich
Uit het Italiaans vertaald door Els van der Pluijm
176 blz.
De jonge journalist Leo Gazzarra verruilt in de jaren '70 het saaie Milaan voor de bruisende hoofdstad. Overdag probeert hij de kost bijeen te scharrelen in de marge van de journalistiek, 's nachts duikt hij in het nachtleven van Rome. Tussen de Spaanse Trappen, de Piazza del Popolo en de Piazza Navona, zwalpt hij van de ene bar naar het andere feestje, in het gezelschap van de beau monde of wie dat probeert te zijn, op zoek naar wie weet wat... Roem misschien, of de eeuwige liefde? Op een van die nachten ontmoet hij Arianna, al even stuurloos als hijzelf. Onder het laagje oppervlakkigheid schuilt iets diep-tragisch.
Je kan niet anders dan denken aan Fellini's La dolce vita: ook hier een journalist die het 'zoete leven' beschrijft van de high society van Rome. Het beeld van Anita Ekberg in de Trevi-fontein is deel van ons collectieve filmgeheugen.
Er zit veel triestheid in deze roman. Met een knipoog naar die andere Rome-film zou ik hem durven ondertitelen La Grande Tristezza. En toch slaagt de auteur erin ook iets lichtvoetigs, iets teders in zijn roman te stoppen. De gevatte, droog-ironische stijl maakt het verteerbaar. 'Zelden zo vrolijk geworden van zo’n tragisch boek', zegt Emilia Menkveld in haar recensie voor de Volkskrant. Zo ver zou ik niet gaan. Maar het boek heeft mij wel bekoord. Ik zal niet zeggen dat ik de personages in mijn hart heb gesloten, maar de sfeerschepping is wondermooi. Een beetje Bonjour tristesse (F. Sagan) en La Dolce Vita (Fellini) samen.
★★★★
zaterdag 28 augustus 2021
Kinderkolonie - Manuela Piemonte
Uitgegeven bij Ambo-Anthos
donderdag 26 augustus 2021
Shuggie Bain - Douglas Stuart
Wat een boek! Douglas Stuart beschrijft hier (semi-autobiografisch) de kinderjaren van Shuggie Bain. Vader afwezig, moeder aan de drank verslaafd en de omgeving zo troosteloos dat je het bijna niet voor mogelijk houdt.
Naarmate het verhaal vordert zie je hoe de oudste kinderen steeds meer afstand nemen van hun moeder en hun eigen weg gaan. De kleine Shuggie blijft achter met zijn moeder die zich steeds dieper de put indrinkt. Hij heeft het moeilijk, met zichzelf, zijn geaardheid, zijn thuissituatie.
Doordat het verhaal vanuit het perspectief van de jonge Shuggie geschreven is, komt het vrij hard binnen. En tegelijkertijd creëert dat een warmte voor de personages, die je hard nodig hebt om door de grimmige leefwereld heen het menselijke te blijven zien.
En dat is voor mij de sterkte van deze roman. Hoe kwaad je soms ook bent op Agnes, je ziet ook haar grappige kanten, haar goedbedoelde pogingen, haar schreeuw om liefde en erkenning. Hoe paradoxaal het ook klinkt, in al haar zwakte is ze tegelijkertijd ook een straffe vrouw. En je ziet vooral de onverwoestbare liefde van Shuggie voor zijn moeder.
Als ik zeg dat het met haar slecht afloopt, is dat echt geen spoiler. Dat is van bij het begin vrij duidelijk. Maar komt het nog goed met Shuggie? Dat is een moeilijke. Enerzijds zie je hoe hij na de dood van zijn moeder nog steeds worstelt met zijn identiteit en dat maakt hem een makkelijke prooi. Hij kan ook amper overleven, en kan niet altijd erg kieskeurig zijn.
Het wordt dus een dubbeltje op zijn kant.
Veel leesplezier! En dat is niet cynisch bedoeld: het boek is heel mooi geschreven, met beelden die de clichés ver overstijgen. En ongelooflijk maar waar, er zitten ook grappige momenten in.
★★★★
zaterdag 10 april 2021
De opgang - Stefan Hertmans
Over deze roman is zowat alles al gezegd. Moeilijk om daar nog iets aan toe te voegen. Dat zal me leren om mijn recensie steeds maar uit te stellen. Ik beperk me hier dan ook tot wat losse flodders, tot wat persoonlijke leesbedenkingen, wat tenslotte nog altijd het hoofddoel is van deze blog.
Wie nood heeft aan wat meer samenhang, verwijs ik graag door naar een mooi artikel :
Ik was om te beginnen al erg gecharmeerd en geïntrigeerd door de nochtans prozaïsche titel. De opgang. Van de Vlaamse SS-er Willem Verhulst? Moest het niet eerder ondergang zijn? Maar de structuur van het boek, opgehangen aan de bezichtiging van een huis van onder naar boven, een Vlaams notarissenwoord blijkbaar, maakt het een perfecte keuze.
De inhoud liet mij uiteraard niet onberoerd. Er is natuurlijk het grotere plaatje: het verhaal van de Vlaamse collaboratie, een ideale uitlaatklep voor een gefrusteerd individu dat zich maar al te graag liet meeslepen. Al druk ik dat te zacht uit. Want hoewel Verhulst misschien niet eigenhandig mensen heeft vermoord, van achter zijn bureau waar hij ijverig lijstjes aanlegde met namen van 'verdachte individuen' heeft hij zeker honderden mensen de dood ingejaagd. Hij was bepaald geen kleine garnaal.
Maar ik was nog meer in de ban van het kleine verhaal: dat van de man Verhulst in zijn gezin. Een bizarre situatie. Zijn Nederlandse , protestantse vrouw Mientje kon dan wel niet verhinderen dat hij buitenshuis volledig de militant-fascistische toer opging, binnen het gezin hield ze vast aan haar eigen morele waarden. In haar huis, in het bijzijn van de kinderen, geen vertoon van uniformen en geen wapens. Zo brutaal als Verhulst optrad buiten huis, zo mak was hij als hij netjes zijn uniform in de gang achterliet. Ook alle contacten met Duitse SS-ers werden strikt achter gesloten deuren in de voorkamer - de dodenkamer - gehouden. De SS-dolk, cadeautje van vader aan zoon Adri, belandde dan ook prompt in het Lieveke, het water dat achter hun huis stroomde. Hoe hield Mientje het uit in deze schizofrene situatie? En wat te denken van Willems schaamteloze affaire met Griet, zo maar onder de neus van Mientje. Ik kijk naar de familiekiekjes en vraag me af wat er echt in deze vrouw is omgegaan.
Hertmans is een leeftijd- en studiegenoot van mij. Dat bevordert natuurlijk de herkenning in deze roman. Soms komt die tevoorschijn in kleine anekdotes, zoals die van de studentenbetoging in het kielzog van Parijs '68. Wat wisten we toen nog weinig over de achtergronden en reikwijdte van kreten als 'Walen buiten'.
Dat de roman zich afspeelt in Gent, heeft zeker ook meegespeeld in mijn appreciatie van deze roman. Vanop tram 4 tuur ik in de buurt op zoek naar restanten van het verleden. Een keer stapte ik ook echt uit aan het Sluizeken en ging op zoek naar het huis, dat bijna de status van een personage heeft gekregen in deze auto-docuroman.
Prachtig zijn ook de beschrijvingen. Mijn favoriete fragment:
De zondagavond glijdt weg in de dommelende zwartheid van de lege straten; de avond loopt naar zijn eind, de stilte keert terug. Er is alleen nog het geruststellende geluid van de voorbijrijdende tram door de Grauwpoort in de richting van het Gravensteen, waardoor de plankenvloeren in het hele huis lichtjes trillen; Mien ligt wakker in het donker. Diep in de smalle steeg onder haar hoort ze nog hoe iemand een kind naar binnen roept, hoe een dichtvallende deur aan de overkant de stemmen dempt. Daarna het voorbijkomen van enkele lallende soldaten, en dan niets meer tot, na een twintigtal minuten, het staal van de tramwielen feilloos weer over de sporen glijdt, geruststellend, nu in de andere richting. De wielen lijken haar gedachten met zich mee te nemen, een verlangen op te roepen om langs het traject van de tramsporen te slenteren, richting voorstad en de haven, tot bij het havenbassin waar de aken kunnen draaien – een zwarte reusachtige kom vol vervuild, in cirkels wentelend water dat nog even aarzelt voor het zich overgeeft aan de beweging van het door industrie omzoomde kanaal. De roep van de voorstad, door de voorbijschuivende tram opgewekt, doet haar verlangen om weer op te staan, in alle stilte nog even naar buiten te gaan, langs de voorstedelijke puien en handeltjes waar allerlei rommel door elkaar in de etalages uitgestald ligt, zo tot in de steeds verlatener straten, tot bij de houten loodsen waar de wind killer is en de geur van de gestapelde waren de eenzame wandelaar zin doet krijgen in boten, in weggaan zonder omkijken.
En deze beklijvende afsluiter van een hoofdstuk waarin Hertmans de houding van zoon Adriaan tegenover zijn vader onderzoekt:
Hoeveel waarheid verdraagt een mens, wanneer het over zijn eigen vader gaat?
Zei ik al dat ik dit boek ondertussen al twee keer gelezen heb? Dat zegt genoeg, denk ik.
Respect, Stefan. Dit was zo mooi en zo evenwichtig. Ik koester het boek en begin misschien wel heel binnenkort aan een derde lectuur.
★★★★★
donderdag 26 november 2020
Verdwijnpunt - Arnaldur Indriðason
Als ik in een leesdipje zit, als ik weer eens een bejubeld boek opzij leg, omdat het bij mij toch niet meteen de juiste snaar raakt, dan weet ik dat het tijd is om de lat wat lager te leggen. Ik grijp dan graag naar een goede misdaadroman. Het leesplezier komt vanzelf terug en daarna ben ik weer klaar voor het grotere werk.
Wat bij mij niet werkt is pure horror, of plots die uitsluitend draaien rond geld of macht. Het moet toch altijd over menselijke interactie blijven gaan, of over een sociale context.
En dan zit je meestal goed bij de Scandinavische thrillers.
In het spoor van Sjöwall en Wahlöö, die met hun misdaadromans de mistoestanden in de Zweedse maatschappij wilden aanklagen, is het lijstje Scandinavische misdaadauteurs schier eindeloos: de Millennium-reeks van Stieg Larsson, de Wallanderromans van Henning Mankell, ... Maar ook de Noren, Finnen en IJslanders kennen er wat van. Nordic noir doet het extreem goed, zowel in de boekhandel als op tv.
Zelf heb ik mij de laatste weken ondergedompeld in het universum van de IJslandse inspecteur Erlendur van Arnaldur Indriðason.
Wie IJsland zegt, denkt aan gletsjers en vulkanen met onuitspreekbare namen en aan donkere, lange winters. Doe daar Reykjavik bij, bakermat van de IJslandse bankencrisis, maar evengoed een stad van contrasten waar clochards en minderbedeelden wonen in krappe souterrains en huizen met golfplaten daken. De match met de eenzelvige inspecteur Erlendur is compleet: hij kent de stad als zijn broekzak en schuwt het contact met de onderlaag niet. Maar vooral is hij gefascineerd door 'verdwijningen'. Dat heeft te maken met een traumatische jeugdervaring.
De reeks rond Erlendur bestaat uit meer dan 10 delen. Ik vermeld hier alleen de laatste waar Erlendurs obsessieve drang om cold cases van verdwijningen op te lossen samenvalt met zijn zoektocht naar innerlijke rust, en dat in het kader van zijn jeugd, in het verlaten ouderlijke huis in de bergen.
Heerlijk donker en toch hartverwarmend mooi. Ik hou er een grote nieuwsgierigheid naar het land aan over. Wie weet, na corona ...