Vertaald uit het Engels door Henny van Gulik &
Ingrid Tóth
Uitgegeven bij A.W.
Bruna
774 blz.
Wie
Auel zegt, zegt bestseller. Op het einde van de vorige eeuw waren miljoenen lezers
in de ban van Auel’s reeks Aardkinderen, waarin ze een behoorlijk geslaagde simulatie geeft van
het leven van de prehistorische mens. De
lotgevallen van Ayla, die als klein
meisje haar ouders en haar volk verloor bij een aardbeving, opgevoed wordt door
de Stam en tenslotte weer bij haar volk terechtkomt via de knappe blonde
Jondalar, waren hartverwarmend én interessant
om lezen, dankzij de grondige research die aan de reeks voorafging. Maar waar de eerste delen elkaar nog vrij snel
opvolgden, 1980, 1989, 1985, 1990, leek de machine daarna wat te sputteren. Deel 5 kwam er pas in 2002 en op Het lied van de grotten, het zesde deel,
was het nog eens 9 jaar wachten.
En
dan neem je als auteur wel een groot risico. Daar betaalt dit boek de tol voor.
Als lezer heb je ondertussen een heel parcours afgelegd, en de omslachtige
vertelstijl van Auel doet de vonk niet meer overspringen. Respect nog steeds
voor de grondige studie die aan het werk is voorafgegaan, maar de
prehistorische grotten met hun rotsschilderingen worden wel heel uitgebreid
beschreven. Idem dito voor de geneeskundige werking van de kruiden en de
pogingen om de spiritualiteit van de prehistorische mens in beeld te
brengen.
Het
is, zoals alle delen van de reeks trouwens, een liivig boek, te lijvig zelfs: dit
boek had niet half zo veel bladzijden moeten tellen.
Het
zal wel dat je de lezer zijn geheugen nog even wil opfrissen, zeker als er zo
veel tijd is tussen de delen, maar de herhalingen zijn hier echt irritante
bladvulling geworden. Met dit boek leert
iedereen diagonaal lezen. Het open einde van dit zesde deel doet mij vrezen dat
er nog een deel zal volgen. Gelet echter op de snelheid waarmee Auel publiceert
hoeven we ons nog niet direct zorgen te
maken …
✭✩✩✩✩
Geen opmerkingen:
Een reactie posten