Uitgegeven
bij De Arbeiderspers
360 blz.

De roman speelt zich dan ook
hoofdzakelijk af in de onderbuik van Genua, de morsige steegjes van de
havenwijk, waar toeristen zich zelden wagen, al zeker niet na
zonsondergang. Tussen kunstenaars,
travestieten, Afrikaanse handelaars, illegalen en hoertjes zoekt Ilja Leonardo
zich een plaats onder de zon. Terwijl hij hard zijn best doet om erbij te horen, raakt hij geobsedeerd door
‘het mooiste meisje van Genua’. Dat levert een aantal expliciet pikante
avonturen op, door Pfeijffer in de hem eigen stijl zeer plastisch in beeld
gebracht.
Toch is het vooral het
immigratie-thema dat mij van deze roman zal bijblijven. Zijn eigen positie van
luxe-immigrant staat in schril contrast met die van arme sloebers zoals de rozenverkoper Djibi. Het relaas van diens bewogen overtocht vanuit
Senegal vormt een schitterend mini-verhaal binnen deze roman en episodes als
deze zorgen ervoor dat La Superba een roman
is geworden die vlot leest.
Toch is het met zijn vele laagjes
ook een complexe roman. Pfeijffer deconstrueert voortdurend zijn eigen roman en
speelt een eigenzinnig spel met zijn personages. Zelfs zijn personages leven in hun fantasie. Het is dan ook geen
toeval dat Leonardo zijn ‘mooiste meisje’ ontmoet in de Bar van de Spiegels.
Niets is wat het lijkt.
Er zit dus wel voor elk wat wils
in deze roman, en daardoor misschien ook wel altijd iets dat je als lezer zal
tegenstaan. Zo ergerde ik mij na een tijdje wel aan enkele metaforen die iets
te veel terugkeerden. Toch is La Superba niet eens zo barok als we dat van
Pfeijffer gewoon zijn. Een leeservaring dus voor wie een roman niet perse
eenduidig hoeft te zijn.
★★★★☆
Geen opmerkingen:
Een reactie posten