Vertaald als Ik ben niet bang door Els van der Pluym. 206 p.
Op een bloedhete zomerdag in een godvergeten dorpje in het zuiden van Italië maken een aantal kinderen een fietstocht naar een verlaten heuvel. De negenjarige Michele doet een gruwelijke ontdekking: hij vindt een jongetje dat in een put ligt, vastgeklonken aan een ketting. Het wordt zijn geheim. Die geheimhouding heeft een prijs. De kleine Michele komt voor keuzes te staan die je geen mens toewenst. Het contrast tussen de fantasierijke belevingswereld van het kind en zijn omgeving is de grootste troef van dit verhaal.
Net als in Zo God het wil wisselt de auteur tragiek af met luchtigere scènes. Ook hier is de dreiging altijd voelbaar en kan een beetje ervaren lezer de plotwendingen wel voorspellen. Maar dat doet niets af aan het leesplezier.
Beide romans hebben trouwens nog wel meer gemeen: het thema van de vader-zoonverhouding en de fascinerende schets van de onderrand van de Italiaanse samenleving. De romans werden beide verfilmd.
★★★★☆☆
★★★★☆☆
Geen opmerkingen:
Een reactie posten