Uitgegeven bij Nijgh & Van Ditmar
430 blz.
Tirza is Jörgen Hofmeester’s jongste dochter.
Zijn oogappel en zijn alles. Letterlijk dan, want al het andere is hij
kwijtgespeeld. Zijn vrouw, die er plots vandoor ging. Zijn oudste dochter die
naar Frankrijk getrokken is. Zijn job bij de uitgeverij, waar hij van de ene
dag op de andere boventallig, zeg maar overbodig, geworden is. Zijn zorgvuldig gespaarde maar minder zorgvuldig
belegde miljoen, in rook opgegaan.
Tirza’s afstudeerfeestje, door Hofmeester zo
tot in de puntjes voorbereid, wordt een
kantelmoment in de roman en in Hofmeesters leven. Want sushihapjes maken kan je leren. Geen cursus heeft
hem echter voorbereid op de plotse terugkeer van de echtgenote en de ontmoeting
met Tirza’s vriend, de Marokkaanse Choukri die als twee druppels water op Mohammed Atta lijkt.
De gebeurtenissen gaan met Hofmeester op de
loop en het verhaal neemt meer dan een onverwachte wending. Hier ontwikkelt de
roman zich tot een echte pageturner. Je moet het Grunberg aangeven, de roman
leest als een trein. En de machteloosheid van iemand die alleen nog de
liefde van zijn dochter heeft en die ook nog dreigt/meent te verliezen komt
zeer sterk binnen. Prachtig zijn ook de scènes in Namibië, waar Hofmeester op zoek gaat naar zijn dochter en haar vriend. Ik heb de filmversie
nog niet gezien, maar je ziet zo de filmische mogelijkheden.
Toch had ik een dubbel gevoel bij dit boek. Ik
miste iets van de scherpte van de jongere Grunberg. Dat zalige cynisme is nu
vervangen door een mij iets te geconstrueerd levensbeeld. Alsof alleen de
duistere kant is overgebleven, zonder het
tegengewicht van de humor.
Misschien
dat ik de roman ooit nog een keer herlees, als ik er de moed voor heb. Want ook
dit is Grunberg, je ziet de kracht van het boek, maar echt genieten van de
lectuur doe je niet.
★★★1/2
Geen opmerkingen:
Een reactie posten