Pagina's

zaterdag 10 april 2021

De opgang - Stefan Hertmans

Uitgegeven bij De Bezige Bij
440 blz.


Over deze roman is zowat alles al gezegd. Moeilijk om daar nog iets aan toe te voegen. Dat zal me leren om mijn recensie steeds maar uit te stellen. Ik beperk me hier dan ook tot wat losse flodders, tot wat persoonlijke leesbedenkingen, wat tenslotte nog altijd het hoofddoel is van deze blog.  

Wie nood heeft aan wat meer samenhang, verwijs ik graag door naar een mooi artikel  :   

https://reportersonline.nl/ik-moest-de-spoken-in-dit-huis-tot-leven-wekken-stefan-hertmans-over-zijn-nieuwe-roman-de-opgang/

 

Ik was om te beginnen al erg gecharmeerd en geïntrigeerd door de nochtans prozaïsche titel.  De opgang. Van de Vlaamse SS-er Willem Verhulst? Moest het niet eerder ondergang zijn? Maar de structuur van het boek, opgehangen aan de bezichtiging van een huis van onder naar boven, een Vlaams notarissenwoord blijkbaar, maakt het een perfecte keuze. 

De inhoud liet mij uiteraard niet onberoerd. Er is natuurlijk het grotere plaatje: het verhaal van de Vlaamse collaboratie, een ideale uitlaatklep voor een gefrusteerd individu dat  zich maar al te graag liet meeslepen.  Al druk ik dat te zacht uit. Want hoewel Verhulst misschien niet eigenhandig mensen heeft vermoord,  van achter zijn bureau waar hij ijverig lijstjes aanlegde met namen van 'verdachte individuen' heeft hij zeker honderden mensen de dood ingejaagd. Hij was bepaald geen kleine garnaal. 

Maar ik was nog meer in de ban van het kleine verhaal: dat van de man Verhulst in zijn gezin. Een bizarre situatie. Zijn Nederlandse , protestantse vrouw Mientje kon dan wel niet verhinderen dat hij buitenshuis volledig de militant-fascistische toer opging, binnen het gezin hield ze vast aan haar eigen morele waarden. In haar huis, in het bijzijn van de kinderen, geen vertoon van uniformen en geen wapens. Zo brutaal als Verhulst optrad buiten huis, zo mak was hij als hij netjes zijn uniform in de gang achterliet. Ook alle contacten met Duitse SS-ers  werden strikt achter gesloten deuren in de voorkamer - de dodenkamer - gehouden. De SS-dolk, cadeautje van vader aan zoon Adri, belandde dan ook prompt in het Lieveke, het water dat achter hun huis stroomde. Hoe hield Mientje het uit in deze schizofrene situatie? En wat te denken van Willems schaamteloze affaire met Griet, zo maar onder  de neus van Mientje. Ik kijk naar de familiekiekjes en vraag me af wat er echt in deze vrouw is omgegaan. 

 

Hertmans is een leeftijd- en studiegenoot van mij. Dat bevordert natuurlijk de herkenning in deze roman. Soms komt die tevoorschijn in kleine anekdotes, zoals die van de studentenbetoging in het kielzog van Parijs '68. Wat wisten we toen nog weinig over de achtergronden en reikwijdte van kreten als 'Walen buiten'.

 

Dat de roman zich afspeelt in Gent, heeft zeker ook meegespeeld in mijn appreciatie van deze roman. Vanop tram 4 tuur ik in de buurt op zoek naar restanten van het verleden. Een keer stapte ik ook echt uit aan het Sluizeken en ging op zoek naar het huis, dat bijna de status van een personage heeft gekregen in deze auto-docuroman.

Prachtig zijn ook de beschrijvingen. Mijn favoriete fragment:

De zondagavond glijdt weg in de dommelende zwartheid van de lege straten; de avond loopt naar zijn eind, de stilte keert terug. Er is alleen nog het geruststellende geluid van de voorbijrijdende tram door de Grauwpoort in de richting van het Gravensteen, waardoor de plankenvloeren in het hele huis lichtjes trillen; Mien ligt wakker in het donker. Diep in de smalle steeg onder haar hoort ze nog hoe iemand een kind naar binnen roept, hoe een dichtvallende deur aan de overkant de stemmen dempt. Daarna het voorbijkomen van enkele lallende soldaten, en dan niets meer tot, na een twintigtal minuten, het staal van de tramwielen feilloos weer over de sporen glijdt, geruststellend, nu in de andere richting. De wielen lijken haar gedachten met zich mee te nemen, een verlangen op te roepen om langs het traject van de tramsporen te slenteren, richting voorstad en de haven, tot bij het havenbassin waar de aken kunnen draaien – een zwarte reusachtige kom vol vervuild, in cirkels wentelend water dat nog even aarzelt voor het zich overgeeft aan de beweging van het door industrie omzoomde kanaal. De roep van de voorstad, door de voorbijschuivende tram opgewekt, doet haar verlangen om weer op te staan, in alle stilte nog even naar buiten te gaan, langs de voorstedelijke puien en handeltjes waar allerlei rommel door elkaar in de etalages uitgestald ligt, zo tot in de steeds verlatener straten, tot bij de houten loodsen waar de wind killer is en de geur van de gestapelde waren de eenzame wandelaar zin doet krijgen in boten, in weggaan zonder omkijken.

En deze beklijvende afsluiter van een hoofdstuk waarin Hertmans de houding van zoon Adriaan tegenover zijn vader onderzoekt:


Hoeveel waarheid verdraagt een mens, wanneer het over zijn eigen vader gaat?

 

Zei ik al dat ik dit boek ondertussen al twee keer gelezen heb?  Dat zegt genoeg, denk ik. 

Respect, Stefan. Dit was zo mooi en zo evenwichtig. Ik koester het boek en begin misschien wel heel binnenkort aan een derde lectuur.


★★★★★

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten